Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

KC22-008 13 februari 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klaagster]
Klachtnummer : KC22-008
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 2 februari 2022
Schorsingsverzoek : gehonoreerd
Hoorzitting : 8 februari 2022
Datum uitspraak : 14 februari 2022

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[klaagster] (klaagster)

[patiëntenvertrouwenspersoon] (PVP)

 

[verweerder] (verweerder)

 

[voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[psychiater] (psychiater)  `

[lid] (lid)

 

[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

Klacht

Depotmedicatie

 

Procesverloop

Op 27 januari 2022 heeft de commissie dezelfde klacht van klaagster op formele gronden gegrond verklaard. Klaagster heeft daaropvolgend op 2 februari 2022 een nieuwe klacht ingediend over medicatie, inclusief schorsingsverzoek. Op 3 februari zijn partijen geïnformeerd over het schorsingsbesluit, de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het aangevoerde verweer in de eerdere klacht over medicatie vormt tevens onderdeel van de nieuwe klachtbehandeling. Op 4 februari 2022 heeft verweerder nog aanvullende stukken aan de commissie gezonden. Dit aanvullend verweer is diezelfde dag per mail naar betrokkenen gezonden.  

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 8 februari 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de volledige uitspraak uiterlijk op 15 februari 2022 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.      

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht en klaagschrift;

-           Verweerschrift;

-           Medische verklaring d.d. 16-12-2021 en 5-7-2021;

-           Beslissing voldaan criteria d.d. 14-7-2021;

-           Bevindingen GD d.d. 7-7-2021;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 16-12-2021;

-           Crisismaatregel d.d. 16-12-2020, voortzetting CM d.d. 20-12-2021;

-           Beschikking en bijbehorende documenten zorgmachtiging d.d. 27-12-2021;

-           Info OM en brief cliënte m.b.t. CM 17-12-2021;

-           Aanzegging VZ d.d. 17-12-2021;

-           Mededeling voorbereiding ZM 2-6-2021 en beschikking zorgmachtiging d.d.22-7-2021;

-           Beslissing schorsing voorbereiding ZM d.d. 14-6-2021;

-           Informatiebrief verplichte zorg d.d. 22-12-2021;

-           Eigen plan van aanpak d.d. 25-6-2021;

-           Zorgplan en zorgkaart d.d. 2-7-2021;

-           Aanwijzing GD en lever gegevens d.d. 31-5-2021;

-           Levering historische maatregelen d.d. 31-5-2021;

-           Decursus periode 28-12-2021 t/m 20-1-2022;

-           Rapportage VPK 28-12-2021 t/m 20-1-2022;

-           Aanzegging d.d. 28-1-2022;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 27-1-2022;

-           Informatiebrief verplichte zorg d.d. 27-1-2022;

-           Rapportage vpk en decursus 27-1 t/m 3-2-2022.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte zorg als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 15 februari 2022.

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] vrouw bekend met een schizofrene stoornis en psychotische ontregeling.  

Op 27 december 2021 is een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van 6 maanden.

 

Standpunten van partijen

Klaagster is het niet eens met het voorgenomen depot. Ze ervaart het als dreigend en als een straf. Medicatie heeft geen genezende werking bij klaagster, eerder het omgekeerde. Injecties en medicatie in zo’n hoge dosis is schadelijk voor haar lichaam aldus klaagster.  

PVP vult aan dat hij nog een gesprek met klaagster heeft gehad na de hoorzitting vorige week. Klaagster ervaart het als zo ingrijpend dat ze nogmaals dezelfde klacht wilde indienen. Haar lichaam is erg gevoelig. Als er toch medicatie gegeven moet worden dan wil klaagster graag een alternatief voor depot. Bij voorkeur wil klaagster vitamines innemen. Medicijnen zijn slecht voor lichaam en geest geeft zij ter zitting aan.

 

Verweerder verklaart dat klaagster vorige week voor langere tijd ongeoorloofd afwezig was. Ze is gisteren teruggekomen. In die periode heeft klaagster geen medicatie ingenomen. Therapie trouw is volledig afwezig aldus verweerder. Klaagster heeft tijdens haar afwezigheid ook geen contact met de huisarts gezocht om medicatie te kunnen verkrijgen. Verweerder wordt in toenemende mate benaderd vanuit het systeem van klaagster omdat er zorg is over de toenemende psychotische klachten. Op basis van de AVG kan verweerder hierin slechts beperkt duidelijkheid geven.

 

Klaagster vertelt dat ze na de laatste zitting langer thuis is gebleven omdat ze zich niet lekker voelde. De Corona test was negatief maar klaagster voelde zich wel grieperig. Klaagster is erg gevoelig voor wat er in de wereld gebeurt en ook als het in haar thuissituatie niet goed gaat. Ze ziet dan grote zware wolken en wordt angstig. Ze is niet teruggekeerd naar Pro Persona omdat ze niet lekker was maar geeft ook aan dat ze 2 dagen verlof te kort vindt. Ze heeft wel telefonisch contact opgenomen met de instelling. Ze beaamt dat ze thuis geen medicatie heeft ingenomen.  

 

Op een vraag van de commissie antwoordt klaagster nogmaals dat ze niet bereid is om de hogere dosering in te nemen. Ze wil leren omgaan met haar emoties en niet via ingrijpen in haar lichaam met medicijnen. Ik heb nu eenmaal wat meer last van emoties dan anderen voegt klaagster toe.

Ze heeft in het verleden ooit een injectie gehad in het kader van haar behandeling en dat als erg pijnlijk ervaren. Ook injecties met vitamines zou klaagster niet accepteren.  

 

De commissie constateert vanuit het dossier dat klaagster onvoldoende at en dronk voor opname en dat haar zoon vanuit zorg contact opnam met de huisarts. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de huidige opname. Klaagster vindt dat dit niet nodig was geweest. De angsten kwamen door de maatschappij en de situatie thuis. ‘Ik heb liever dat ze mij voedsel geven dan medicijnen’ verklaart klaagster.

Verweerder benoemt tenslotte dat veel medicijnen ook een natuurlijke basis hebben. Hij probeert dat gesprek regelmatig met klaagster te voeren maar zij blijft zwart-wit denken aldus verweerder.

 

           

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met een stoornis in het schizofreniespectrum met psychotische ontregeling. Klaagster herkent zichzelf niet in dit beeld. Zij hoort stemmen die haar opdragen niet te eten, niet te drinken en niet te douchen waardoor vermagering en uitdroging ontstaan. Klaagster wil in natuurlijke balans leven, met vitamine, gezond eten en drinken, rust en fijne ruimte.  Klaagster vindt het nogal agressief om te dreigen met een injectie. Ze heeft geen medicatie nodig, alleen goede voeding. Klaagster was ongeoorloofd afwezig en sinds kort weer op de kliniek.

Verweerder geeft aan dat klaagster medicatie ontrouw is, waardoor het slecht gaat met haar.

Verweerder wil klaagster medicatie via depot toedienen om verder ernstig nadeel te voorkomen.

Mensen in de omgeving van klaagster zoeken actief contact met verweerder omdat zij het toestandsbeeld van klaagster zien verslechteren. Er is een schriftelijke aanzegging uitgereikt aan klaagster.

De beslissing verplichte zorg is meerdere malen met haar besproken.

 

De commissie constateert dat de verplichte zorg voldoet aan de proportionaliteit, doelmatigheid, subsidiariteit en veiligheid die de Wvggz vereist. Medisch gezien een logische stap, ook gezien de voorgeschiedenis van klaagster. De commissie kan de inhoudelijke overwegingen van verweerder als passend kwalificeren.

 

Wat betreft de formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld.

 

Het toegekende schorsingsverzoek was geldig tot aan de hoorzitting.

De commissie verklaart de klacht van klaagster ongegrond om bovengenoemde redenen.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

Aldus besloten te [locatie], 14 februari 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 4